Door de verduurzaming horen we steeds vaker over ‘het balanceren van energie op het net’ , ‘dan raakt het net overbelast’ of ‘het net kan het niet aan’. Wat wordt daar precies mee bedoeld?
Hoe werkt dat met elektriciteit en wat zijn mogelijke oplossingen? Op deze pagina lees je hoe het zit.
Elektriciteit wordt niet opgeslagen
Elektriciteit gaat van de bron naar de afnemers. Het stroomt over het net, vandaar dat elektriciteit vaak ook stroom wordt genoemd.
Het wordt daarbij dus niet ergens opgeslagen of vastgehouden. Daarom is het van groot belang dat op het net evenveel wordt aangeboden aan elektriciteit als dat er vraag naar is.
Als er meer aanbod is dan vraag, is er een overschot en daalt de prijs. Is er minder aanbod dan vraag, is er een tekort en stijgt de prijs. Allemaal zodat uiteindelijk de stroom over het net in balans is.
Van bron naar stopcontact
Elektriciteit komt in verschillende stappen van de bron naar jouw stopcontact. Eerst gaat de stroom via het Hoge Snelheidstransportnet naar de zware industrie.
Hier komt de stroom uit het ‘stopcontact’ met 36-380 kV. Vervolgens via Medium Snelheidstransportnet naar de industrie die het zelf afnemen (zij kunnen hierdoor elektriciteit met 10-15 kV gebruiken) of de spanning doorzetten op Lage Snelheidstransportnet.
Zij verspreiden het naar huishoudens en kleine bedrijven (klein verbruikers) waar 230 V uit het stopcontact komt. Alle energie loopt dus altijd via dezelfde kanalen: het net.
Wie is hierbij betrokken?
Er zijn heel wat instanties betrokken bij het in balans houden van het net. Zij zorgen door prijs, opwek, inschatting en het continue monitoren dat de energiestroom in balans blijft.
De producent zorgt voor de opwek van de elektriciteit. Dat kunnen kolencentrales, maar natuurlijk ook de windmolens zijn.
Via het landelijke net komt het bij de netbeheerder. Een netbeheerder is een onafhankelijk bedrijf dat een transportnetwerk voor energie beheert. Zij houden continue bij wat het aanbod en de vraag is. Hier zijn allerlei tools voor, waarbij data uit het verleden, weersvoorspellingen en gebeurtenissen een grote rol spelen.
Iedere minuut en zelfs seconde moet er genoeg elektriciteit zijn om aan alle vraag te voldoen. Via de landelijke netbeheerder gaat het naar de regionale netbeheerders die de stroom naar de gebruikers brengt.
De Programma Verantwoordelijke (PV partij) bekijkt het aanbod en de vraag, waardoor de prijs wordt bepaald.
Als er te veel stroom is gaat de prijs naar beneden om zo de producent die geld krijgt voor deze stroom te stimuleren minder op te wekken.
Andersom is het zo dat wanneer er te weinig is er meer geld wordt gegeven om stroom op te wekken, dit stimuleert producenten hun opwek aan te zetten. Bijvoorbeeld meer molens te laten draaien of een kolencentrale op te schakelen.
De energieleveranciers nemen bij de PV partij de stroom af. Zij kopen het in met de aanname dat hun klanten (de gebruikers) een bepaald vermogen aan stroom zullen afnemen.
Op basis van die afname en de prijs die de PV partij op verschillende momenten heeft, kopen zij de stroom in. Daarom kan de prijs van de stroom verschillen.
De merit order
Alle energie komt altijd op het energienet terecht. Maar duurzame energie heeft wel voorrang, omdat het goedkoper en schoner is. Op het net wordt als volgt prioriteit gegeven aan verschillende energiebronnen: water, wind, zon, kern, gas en als laatste kolen. Dit heet de merit order.
Dus wanneer het hard waait en de zon schijnt, is er in een keer meer elektriciteit op het net. Dat betekent dat de netbeheerder en PV aan de slag moeten om de balans tussen vraag en aanbod weer te vinden.
Kolen- en gascentrales, die later op de merit order staan, worden uitgeschakeld. Op deze manier hebben we invloed op de energiemix, maar wordt het onvoorspelbaarder.
Daarnaast gaan steeds meer mensen van het gas af en komen er steeds meer elektrische apparaten bij, zoals de elektrische auto of datacenters. Hierdoor wordt de vraagkant op bepaalde momenten hoger.
En dat wordt bedoeld met dat ‘het net het niet aankan’.
Anders balanceren
Het net en de balancering daarvan is eigenlijk nog gebaseerd op een systeem wat nu veroudert. Door de verduurzaming verandert ook de manier van balanceren.
Het is dus van belang dat de manier van met elektriciteit omgaan verandert. Dit kan bij het verbruik liggen, maar ook bij de locatie van de bron en de manier waarop elektriciteit van de bron naar de gebruiker gaat.
Zo kan bekeken worden om geen duurzame opwek te plaatsen op plekken waar vaak overbelasting van het net is of het net daar uit te breiden.
Er wordt ook volop gekeken naar het inzetten van verschillende manieren om elektriciteit op te kunnen slaan bij overcapaciteit, zoals thuisbatterijen, elektrische auto’s die terug kunnen leveren, slim laden en grote opslag mogelijkheden in de grond of omzetten naar waterstof.
Zo worden we er steeds beter in om de pieken en dalen van verbruik en opwek op te vangen en op elkaar af te stemmen. Tot dit structureel is opgelost, wordt congestiemanagement (regelen van stroomfile) toegepast.
Hierbij kan de netbeheerder vragen aan de producenten en afnemers om hun productie of afname van elektriciteit tijdelijk te verhogen of te verlagen.
Door tanks met asfalt bij stroomoverschotten te verwarmen en bij tekorten te verkoelen helpt dit het net balanceren.