Restwarmte is overtollige warmte die vrijkomt bij industriële productieprocessen. Deze warmte komt meestal in de lucht of in het water terecht als er geen aansluiting is op een warmtenet. Door deze warmte te benutten, wordt de energie-efficiëntie verhoogd en wordt verspilling van energie voorkomen.

Restwarmte hergebruiken
Restwarmte kan worden hergebruikt. Zo kunnen gebouwen, bedrijven en tapwater verwarmd worden. Via een warmtenet wordt deze warmte vervoerd naar woningen en andere gebouwen. Hierdoor maken we gebruik van energie die sowieso vrijkomt, zonder extra fossiele brandstoffen te gebruiken.
Energiebesparing met bestaande bronnen
Het gebruik van restwarmte verlaagt het energieverbruik omdat er minder nieuwe energie geproduceerd hoeft te worden. De uitstoot van CO₂ daalt, omdat er geen fossiele brandstoffen worden ingezet.
Het warmtenet
Om restwarmte bruikbaar te maken, is een warmtenet nodig dat de warmte van de bron naar de afnemers transporteert. Grote bedrijven worden dan een lokale warmtebron binnen een stadsverwarming. Gebouwen moeten aangesloten worden via leidingen en mogelijk aangepast worden qua isolatie.
Lage temperatuur
Restwarmte is meestal van lage temperatuur en vereist een goed geïsoleerde woning om efficiënt te verwarmen. Woningen met bijvoorbeeld vloerverwarming of lage temperatuurverwarming zijn hiervoor geschikt. In verouderde huizen kunnen extra maatregelen zoals isolatie of een warmtepomp nodig zijn.
De beschikbaarheid van restwarmte
Bedrijven leveren restwarmte als bijproduct. De levering is helaas niet altijd gegarandeerd. Onderhoud of veranderingen in productie kunnen tijdelijk invloed hebben op de beschikbaarheid. Daarom worden vaak meerdere bronnen of een back-upinstallatie ingezet voor een betrouwbare levering.
Investeringen en techniek
Om restwarmte beschikbaar te maken, moet een bedrijf investeren in een warmtewisselaar en leidingen. Daarnaast zijn afspraken nodig over temperatuur en hoeveelheid geleverde warmte. Tot slot is elektriciteit essentieel om de warmte op te vangen.
Wetgeving en beleid
De nieuwe warmtewet geeft warmteleveranciers meer mogelijkheden om restwarmte op te halen bij bedrijven. Gemeenten spelen een belangrijke rol door partijen samen te brengen en projecten te ondersteunen. Verder helpen subsidies om infrastructuur voor warmtenetten sneller aan te leggen.
Veelgestelde vragen over restwarmte
Via een warmtenet wordt de restwarmte vanaf een warmtebron naar woningen en gebouwen vervoerd. De warmte kan daar gebruikt worden voor verwarming en tapwater, eventueel met een warmtepomp. Dit zorgt voor een continue levering van warmte, zonder aardgas te gebruiken.
Een warmtewisselaar vangt de warmte op bij het bedrijf waar het vrijkomt, waarna leidingen het transporteren. Soms is er elektriciteit nodig om de temperatuur op te waarderen met een warmtepomp. Dit systeem vraagt om samenwerking tussen bronhouders, gemeenten en warmtebedrijven.
De nieuwe Warmtewet regelt dat restwarmte beter benut kan worden door warmteleveranciers en gemeenten. Grote bedrijven kunnen worden verplicht om hun beschikbare restwarmte aan te bieden aan warmtenetten. Dit draagt bij aan het verduurzamen van de energievoorziening en het verlagen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.
Ja, restwarmte wordt in veel gevallen gecombineerd met andere duurzame warmtebronnen. Deze combinaties verhogen de betrouwbaarheid van warmtevoorziening en dragen bij aan de energietransitie.
Een slimme stap naar duurzame energie
Restwarmte die ontstaat uit industriële processen biedt kansen voor energiebesparing en verduurzaming van verwarming. Via warmtenetten kunnen gemeenten, bedrijven en afnemers samenwerken om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. Dankzij de nieuwe warmtewet wordt restwarmte beter benut als duurzame warmtebron met continue levering.